Poeziecentrum

Wij werken momenteel haastig aan de mobiele versie van onze vernieuwde website!
U kan de oude website nog raadplegen voor verdere informatie,
of u kan hem bekijken op uw desktop.

Poeziecentrum

Ons huis

Het ontstaan van Poëziecentrum kan niet los gezien worden van de oprichting van de Poëziekrant in 1976 door Willy Tibergien. Tibergien werd overspoeld met vragen en besloot om een centrum voor poëzie te beginnen. In 1980 richtte hij samen met enkele medewerkers van Poëziekrant Poëziecentrum op. Het centrum vond onderdak op de Sint-Kwintensberg te Gent. De eerste twee jaar was de werking ervan volledig afhankelijk van vrijwilligers. In 1985 werd wegens plaatsgebrek uitgeweken naar een pand in de Hoornstraat. Dat volstond na een tijd ook niet meer, zodat Poëziecentrum in 2003 verhuisde naar zijn huidige locatie: het Toreken op de Vrijdagmarkt nummer 36. Het Toreken was in de 15de eeuw het gildenhuis van de huidenvetters. Sinds 1 augustus 2012 is Carl De Strycker de directeur van Poëziecentrum.

Het verhaal achter het Toreken

Op deze plek hadden in de 14de eeuw de grauwwerkers (pelswerkers) en de lammerwerkers (bewerkers van schapenvachten) hun ambachtshuis, toen nog een houten constructie. In 1482 werd het pand aangekocht door het ambacht van de huidevetters (leerlooiers). Tussen 1450 en 1483 bouwden ze er hun ambachtshuis, een imposant gebouw in zandsteen met een hoge traptoren. Het gebouw heette ook het Huidevettershuis of De Meerminne, naar de windwijzer op de toren in de vorm van een zeemeermin (Melusine genaamd). Na de Gentse opstand van 1539 nam Karel V alle ambachtshuizen in beslag. Daardoor kwam het Toreken in privéhanden. Uiteindelijk werd het eigendom van de stad, die het in 1983 liet restaureren. Bij die gelegenheid werd ook de marktklok “Maria” terug in de toren geplaatst. Deze klok dateert uit 1511 en werd gegoten door de Mechelse klokkengieter Joris Waghevens. Het Toreken biedt vandaag onderdak aan het Poëziecentrum.
Bron: Stad Gent