Hoogtepunten van de poëzie uit de canon

De KANTL stelde een canon van 50 + 1 essentiële werken uit de Nederlandstalige literatuur die iedereen gelezen zou moeten hebben. Uiteraard bevat die ook belangrijke dichters zoals Guido Gezelle, Paul Van Ostaijen, Lucebert en Hugo Claus. Waarom waren hun dichtbundels en verzen zo vernieuwend? Carl De Strycker, directeur van Poëziecentrum begeleidt deze sessie.

Deze lezing kadert in een vierdelige reeks van canonlezingen van de KANTL. De andere sessie gaan door op volgende data:

di 23 april 2019 - 'Zin en onzin van een literaire canon'
Door Bert Van Raemdonck, coördinator van de KANTL
 
di 30 april 2019 - 'Van Hendrik van Veldeke tot Vondel' 
Door Frank Willaert - ondervoorzitter van de KANTL

di 14 mei 2019 - 'Van Max Havelaar tot Hugo Claus' 
Door Luc Devoldere - hoofdredacteur en afgevaardigd-bestuurder van de Vlaams-Nederlandse culturele instelling Ons Erfdeel en lid van de KANTL

De KANTL en Vlaams Fonds voor de Letteren stelden in 2015 een dynamische canon van de Nederlandstalige literatuur op. Die lijst bevat 50 (+ 1) essentiële werken uit onze literatuur: van Hendrik van Veldeke tot Hendrik Conscience, van Hadewijch tot Hella Haasse.
Hoe en waarom kwam die lijst tot stand? Welke hartverscheurende keuzes zijn er gemaakt om tot die selectie te komen? Wat maakt Vondel en Hugo Claus zo bijzonder dat ze twee keer in de canon voorkomen? Waarom blijft het verhaal van Reinaert de vos na al die eeuwen zo ontzettend grappig en relevant? En welke regels uit de poëzie van Lucebert blijven ook vandaag nog intrigeren en ontroeren?

Locatie

Gent

Meer info