Menno Wigman overleden

Gisteren overleed Menno Wigman (51) aan de gevolgen van een hartkwaal. Hij debuteerde in 1984 met de bundel Van Zaad tot As, een bundel doodslyriek in eigen beheer. Kort daarna startte hij een eenmanstijdschrift met als titel Nachtschade. In dit tijdschrift kwam zijn interesse voor romantisch-decadente literatuur al duidelijk naar voren. Van Nachtschade verschenen twee afleveringen, eentje in 1985 en eentje in 1988. Tussendoor verscheen er ook nog een aflevering van een ander eenmanstijdschrift, Mort Subite.

In 1989 verscheen zijn vertaling van De Bloemen van het Kwaad van Baudelaire bij uitgeverij Buissant. Later zouden onder meer nog vertalingen volgen van Els Lasker-Schüler, Rainer Maria Rilke, Thomas Bernard, Gérard de Nerval en Gottfried Benn. In de bloemlezing met eigen vertalingen Wees altijd dronken, bracht hij Franse prozagedichten uit het fin-de-siècle samen.

Het officiël poëziedebuut van Wigman, ’s Zomers stinken alle steden, verscheen pas in 1997 bij uitgeverij Bert Bakker. Zijn tweede bundel Zwart als kaviaar (2001) werd bekroond met de Jan Campert Prijs. Naast zijn reguliere dichtbundels verschenen er ook geregeld bibliofiele uitgaven en uitgaven in beperkte oplage. Zo ondermeer Medelijden met de lezer (2011), Brief aan een luie vriend (2012), De tijd is op (2012). In 2006 schreef hij ook de Gedichtendagbundel, De wereld bij avond en in datzelfde jaar publiceerde hij de neerslag van een drie maanden durende schrijfresidentie in de instelling De Dolder. Van 2012 tot 2014 was hij stadsdeeldichter van Amsterdam Centrum en in 2015 kreeg hij de A. Roland Holst Penning. Met zijn laatste bundel Slordig met geluk was Wigman genomineerd voor de Ida Gerhardt Poëzieprijs.

Meer info over Menno Wigman op Nederlandse Poëzie Encyclopedie  en bij KB Nederland

Beeld- en geluidsmateriaal over Menno Wigman op Paukeslag