Clara Haesaert overleden

Clara Haesaert overleed op 94-jarige leeftijd. Ze was een duivel-doet-al en ook een van de eerste vrouwelijke ambtenaren die het letterenbeleid in ons land mee vorm hebben gegeven.

Clara Haesaert werd geboren in Beringen-Mijn, maar na haar studies in Turnhout verliet ze als snel Limburg om naar Brussel te trekken, waar ze de rest van haar leven zou wonen. Ze was gedurende korte periode leerkracht lager onderwijs, maar al snel kon ze aan de slag op het (federale) Ministerie van Onderwijs, dat later vervelde tot Ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur en nog later tot Ministerie van Cultuur.

Als dichter verscheen ze begin jaren ’50 op toneel onder de vleugels van Pieter-Geert Buckinx en in 1952 al won ze de eerste prijs op de Poëziedagen in Merendree. Haar debuutbundel De overkant verscheen in 1953.

Samen met haar echtgenoot Gentil en vereschillende kunstenaars, waaronder Maurits Bilcke en Maurice Wyckaert richtte ze in 1950 De Meridiaan, tijdschrift voor Kunst en Letteren op. Het tijdschrift zou 10 jaar bestaan en sloot af met een bloemlezing met werk van o.a. Ivo Michiels, Dirk Christiaens, Albert Bontridder, Gust Gils, Willy Roggeman, Jos Vandeloo, … Ondertussen richtte ze met haar man en tal van bevriende kunstenaars ook het internationaal Kunstencentrum Taptoe op, waar tal van (inter)nationale kunstenaars tentoonstelden. Het centrum was echter geen lang leven beschoren (1955-1957).

Haar werk op het ministerie was een vruchtbare voedingsbodem voor de altijd actieve Clara en ze lag dan ook mee aan de basis van tal van initiatieven, waarvan sommige nog bestaan tot op de dag van vandaag. Aan tal van andere initiatieven werkte ze actief mee: Middagen van de Poëzie in Brussel, Vereniging van Vlaamse Letterkundigen, Comité van de Vlaamse Poëziedagen, PEN-Vlaanderen, Jeugdboekenweek, Nationaal Centrum voor Jeugdliteratuur, Haikoecentrum Vlaanderen, Vertaalcentrum Diapason, …

Door haar vele engagementen in de literaire en artistieke wereld, kon haar eigen dichterschap zich maar mondjesmaat ontplooien. Pas acht jaar na haar debuut, zou  haar tweede bundel, Omgekeerde volgorde verschijnen bij Meulenhoff en daarna zou het weer zes jaar duren voor Onwaarschijnlijk recht verscheen bij Manteau. Haar volgende bundel zou zelfs meer dan tien jaar op zich laten wachten. Met terugwerkende kracht verscheen in 1977. In de tussentijd was er wel een bloemlezing uit haar werk verschenen in de reeks Poëtisch Erfdeel der Nederlanden. In 1981 verscheen haar volgende bundel Medeplichtig en in 1986 Bevoorrechte getuige. In 1993 publiceerde Poëziecentrum een uitvoerige bloemlezing uit haar werk met een uitgebreide introductie door Mark Maes. In 1995 zou haar laatste bundel verschijnen, een verzameling haiku’s onder de titel Voorbij de laatste vijver.

Meer informatie over Clara Haesaert op Schrijversgewijs. Het archief van Clara Haesaert bevindt zich in het Letterenhuis.